Eventuele mee- en tegenvallers
In deze paragraaf zijn onderwerpen opgenomen die een financieel effect op het resultaat gaan hebben in 2023, maar waarvan de hoogte nu nog niet te kwantificeren is.
Provinciefonds
De Meicirculaire 2023 is nog niet verwerkt in de Voorjaarsnota. De financiële effecten daarvan worden verwerkt in de Najaarsnota. Deze effecten zijn naar verwachting licht positief op basis van de Voorjaarsnota 2023 van het Rijk. De definitieve effecten zijn pas bekend op basis van de Meicirculaire.
Motorrijtuigenbelasting
De afgelopen jaren is de opbrengst gemiddeld gestegen met 1,4% door de groei van het wagenpark. Doordat het aandeel van het elektrische wagenpark in 2022 sneller is gegroeid dan verwacht (en het aandeel benzine/diesel auto’s dus lager was), waren de opbrengsten toen voor het eerst lager dan een eerder afgegeven prognose door de belastingdienst. Voor het jaar 2023 en daarna is de verwachting voor de opbrengst onzeker door de rol van de elektrische voertuigen.
Arbeidscapaciteit
Voor het realiseren van de ambities in de begroting is arbeidscapaciteit nodig. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het daardoor moeilijker om alle vacatures tijdig te vullen. Dat kan deels ondervangen worden door tijdelijk van extern personeel gebruik te maken.
Rente
In 2022 kwam een einde aan de jarenlange lage rente. Daarna is het rentetarief voor 30-jarige lineaire leningen voor decentrale overheden gestegen van 0,7% naar een rentepercentage tussen de 3 en 3,5% in de eerste maanden van 2023. In de meerjarenbegroting 2023 hanteerden we een gemiddeld rentepercentage van 2,5% voor nieuw aan te trekken leningen voor het jaar 2023 met een gemiddelde stijging van 0,5% in de jaren daarna tot maximaal 4,0% .
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in korte tijd de beleidsrente aanzienlijk verhoogd door de sterk stijgende inflatie. De werkelijke rente bedraagt momenteel aanzienlijk meer dan het begrote rentepercentage, maar we verwachten dat de langlopende rente op de (middel)lange termijn weer gaat dalen. In deze Voorjaarsnota is het verwachte rentetarief voor 2023 verhoogd naar 3,5% met een lichte daling in de jaren daarna tot een tarief van 3%.
Deze ontwikkeling heeft een positief effect op de begrote rentelasten. Door de stijging van de rente op de korte termijn ontvangen we extra rentebaten. In de voorgaande paragraaf is dit toegelicht onder mutatie C13. Kapitaallasten (rente). In 2023 hebben we een liquiditeitsoverschot door de onderuitputting in de jaarrekening 2022 en de reeds aangetrokken geldleningen uit 2020 die zijn/worden gestort in 2022 en 2023. Op de (middel)lange termijn dalen de rentelasten ten opzichte van de raming in de Begroting 2023.
Momenteel verwachten we dat de ECB de rente in 2023 verder zal verhogen, maar waarschijnlijk in een lager tempo dan de afgelopen periode. Afhankelijk van de inflatie en de inflatieverwachtingen kan de ECB tegen het einde van het jaar alweer van koers veranderen en de rente geleidelijk gaan verlagen. De onzekerheid over de ontwikkeling van de inflatie zorgt voor een onzekerheid voor de ontwikkeling van de rente op de (middel)lange termijn.
Onderstaande grafiek toont de werkelijke ontwikkeling van de rente van langlopende lineaire leningen vanaf 1 januari 2019 tot begin mei 2023.
Toekomstige baten van het Rijk
Het Rijk maakt momenteel veel fondsen vrij om de drie grote transities (Natuur & Stikstof, Wonen & Bereikbaarheid en Klimaat & Energie) uit te voeren. Een groot gedeelte van deze uitvoerlast ligt bij de provincies en daarom zullen deze fondsen deels ten goede komen aan de provincies. Omdat de fondsen echter vaak een incidenteel karakter hebben (weliswaar meerjarig), terwijl de uitvoering maar vooral het beheer en onderhoud van de transities een structureel karakter hebben, bestaat er een grote zorg bij de provincies dat deze onbalans op termijn de financiële posities van de provincies kan gaan uithollen. Het IPO is daarom een lobby traject namens de provincies gestart waarbij een toekomstbestendige financiering van de transities meegenomen dient te worden in het thema financieringssystematiek voor na 2025.